De belangrijkste symbolen
We hebben in dit blog niet genoeg ruimte om álle elektrasymbolen uit te lichten. Het zijn er nogal wat. De bekendste is waarschijnlijk het symbool voor elektriciteitsgevaar: een gele driehoek met een bliksempijl. Daarnaast ben je misschien al bekend met de symbolen van bepaalde draden, die worden aangeduid met een of meer letters. Zo heeft de fasedraad het symbool ‘L’, de nuldraad ‘N’, de aardedraad ‘PE’ en de schakeldraad ‘T’.
Beschermingsklassen
Verder is het goed om de elektrasymbolen van de drie beschermingsklassen te kennen. Het symbool van beschermingsklasse I is voor apparaten die moeten worden aangesloten op een geaard stopcontact. Apparaten voorzien van het elektrasymbool voor beschermingsklasse II (onder andere wasmachines, vaatwassers en waterkokers) zijn dubbel geïsoleerd. En het symbool voor beschermingsklasse III vertelt je dat een apparaat voorzien is van een transformator. Daarnaast kent zo’n beetje elk elektrisch component een eigen symbool: aansluitpunten, schakelaars, zekeringen, contactdozen, wisselstromen van alle soorten en maten, en ga zo maar door.
Niet zeker? Laat je adviseren
Nog niet bekend met al die verschillende elektrasymbolen? Wees dan verstandig en begin niet aan een klus waar je later spijt van krijgt. Laat je adviseren door een elektrotechnische specialist. Want goed elektrotechnisch advies maakt het verschil. Juist op het gebied van elektra is het enorm belangrijk om te weten wat je doet. Mocht het fout gaan, is dat in het ergste geval levensgevaarlijk, en in het beste geval een verspilling van je kostbare tijd en moeite.